Bron: Uitgeverij
ISBN :9789020965483
pag. :180
jaar :2007
Uitvoering :Paperback
Beschrijving
Elk kind is wel eens bang. Sommige kinderen zijn echter hevig en langdurig angstig. Ze vrezen gescheiden te worden van hun ouders, hebben schrik van sociale contacten, raken snel in paniek. Ze kunnen ook meer specifieke angsten hebben (bijvoorbeeld voor honden, voor de bliksem), ze vallen ten prooi aan obsessies en fobieën die hen de hele tijd bezighouden of ze maken zich voortdurend zorgen. Hun angst staat niet in verhouding tot de situatie.
De auteur, Jean Dumas moedigt u aan te werken met deze kinderen opdat ze zich zouden ontplooien en leren volop te genieten van het leven. Dit toegankelijke en praktische boek bevat talrijke voorbeelden uit de praktijk, praktische aanbevelingen en concreet uitgewerkte oefeningen. Dit boek schept orde in de vaak tegenstrijdige aanbevelingen die ouders krijgen van familie, school en hulpverleners.
In het eerste deel van het boek beschrijft de auteur de verschillende angststoornissen, hun oorsprong en evolutie. Hij maakt duidelijk dat deze kinderen niet gewoon angst hebben maar vooral bang zijn om angstig te zijn. In het tweede deel biedt de auteur hulpmiddelen om de angst te overwinnen. Hij legt uit hoe we deze kinderen kunnen helpen hun verontrustende emoties te aanvaarden en ermee om te gaan.
Recensie(s)
NBD|Biblion recensie
In dit boek gaat Jean Dumas, klinisch psycholoog aan de universiteit van Perdue (Indiana, VS), dieper in op angstverschijnselen bij kinderen en adolescenten. In een eerste deel bespreekt de auteur verschillende angststoornissen en de mogelijke risicofactoren. Ook legt hij uit hoe angststoornissen ontstaan en zich verder ontwikkelen. Het tweede deel is praktischer van aard. Nadat de auteur uitlegt hoe het diagnostisch onderzoek gebeurt, leert hij de ouders hoe ze hun kind kunnen helpen. Hij geeft concrete voorbeelden van hoe 'bewust ademen' kan helpen en laat zien hoe je als ouders het kind kunt bijstaan om zijn gedachten te aanvaarden. Verder geeft Dumas een kritische kijk op medicamenteuze en complementaire behandelingen. Hij gaat ervanuit dat de kinderpsychiater de aangewezen persoon is om te oordelen of medicatie noodzakelijk is. Ieder hoofdstuk eindigt met een korte samenvatting en enkele praktische aanbevelingen. Achteraan volgen een literatuurlijst, een index en een lijst met nuttige websites. Een aanrader voor ouders, maar ook voor leerkrachten, opvoeders, psychologen etc.
(NBD|Biblion recensie, Redactie Vlabin-VBC)