ANGSTSTOORNISSEN

Angst is een normale reactie op een dreigend gevaar. We kunnen bang zijn voor wezenlijk (van buiten) gevaar of voor vermeend (van binnen) gevaar. Wezenlijk gevaar is bijvoorbeeld als je aangevallen wordt door een hongerige leeuw, vermeend gevaar is bijvoorbeeld de angst om te falen.
Angst heeft, net als pijn, een belangrijke functie. Pijn is een signaal van het lichaam dat aangeeft dat we rust moeten nemen zodat we kunnen herstellen. Angst is een signaal dat we juist in beweging moeten komen om het gevaar te bestrijden (vechten) of juist ontlopen (vluchten). Hierdoor gaat het hart gaat bijvoorbeeld sneller kloppen (hartkloppingen), de ademhaling gaat sneller ("hyperventilatie") en veel bloed gaat naar spieren die gebruikt worden om te kunnen rennen (warm worden).
Bezorgdheid is ook een normaal verschijnsel, iedereen is immers wel eens bezorgd als er daartoe aanleiding bestaat, bijvoorbeeld een dreigend ontslag bij een reorganisatie.
Wanneer er echter sprake van is langere tijd een buitensporige angst en bezorgdheid spreken we van een gegeneraliseerde angststoornis (overmatige bezorgdheid). Ongeveer 350.000 Nederlanders hebben een gegeneraliseerde angststoornis. Het begin ligt meestal tussen de twintig en veertig jaar. In een groot Nederlands onderzoek onder volwassenen van 18-64 jaar bleek de lifetime-prevalentie (proportie van mensen in een populatie die ooit een gegeneraliseerde angststoornis hebben gehad) 2,3% (bij vrouwen 2,9%, bij mannen 1,6%).
Kenmerken
De gegeneraliseerde angststoornis wordt gekenmerkt door een diffuse (vage), niet reële en onredelijke angst in combinatie met een bezorgdheid of ongerustheid zonder duidelijke aanleiding. Men voelt zich bedreigd, ongemakkelijk, onrustig en heeft constant angstige voorgevoelens over dreigend onheil. Men maakt zich in feite dus constant wel ergens druk over.
Naast overmatige angst en bezorgdheid heeft men in wisselende mate last van klachten zoals: rusteloosheid of geïrriteerd zijn; snel vermoeid zijn; moeite met concentreren; prikkelbaarheid; verhoogde spierspanning en slaapproblemen.

Oorzaken

Een afdoende verklaring voor het ontstaan bestaat niet, er bestaan wel allerlei theorieën. Hoogstwaarschijnlijk is er sprake van een samenspel van diverse factoren, zoals een bepaalde biologische gevoeligheid, bepaalde karaktereigenschappen, psychosociale factoren, vervelende gebeurtenissen in iemands leven en tenslotte ervaringen in de vroege jeugd.

Angststoornissen zijn goed te behandelen met cognitieve gedragstherapie of medicijnen (antidepressiva). Soms is een combinatie van beide het beste.